Begin van de Duitse bezetting
In het voorjaar van 1940 nam de oorlogsdreiging steeds meer toe. Op 9 april 1940 viel Duitsland Denemarken binnen en bezette het grote delen
van Noorwegen. Dit was voor de regering aanleiding om ons land in staat van beleg te verklaren. Daardoor werden veel beperkende
maatregelen afgekondigd. 's Avonds op 9 mei 1940 kwam een mededeling van een Nederlandse gezant in Berlijn dat het de komende nacht
zover zou zijn. In ons land ging op dit moment het normale leven nog door. In de loop van de nacht kwamen echter de eerste tekenen dat
Duitsland de aanval op Nederland had ingezet. Vroeg in de ochtend werden de inwoners van Nispen -net als vele Nederlanders - opgeschrikt
door het geronk van talloze vliegtuigen: Duitsland was Nederland binnengevallen.
In Nispen werd uit voorzorg de brug over de Molenbeek aan de Nispenseweg opgeblazen door het 3e Grensbataljon van het Nederlandse leger.
Hierdoor werd de aanvoer van elektriciteit en water naar Nispen verstoord. Degenen die in bezit waren van vuurwapens werden opgeroepen
deze in te leveren op het politiebureau. Wegen werden afgesloten met karren en wagens.
Omdat Franse troepen ons land te hulp zouden komen werden de blokkades op de wegen opgeruimd en inwoners van Nispen hielpen met het
aanleggen van een noodbrug over de beek. In de ochtend van 11 mei trok het Franse 7e legerkorps binnen onder luid gejuich van de bevolking.
De Fransen waren zeer erkentelijk voor de door de Nispenaren royaal rondgedeelde sigaren van de KaVeeWee-fabriek. De positieve stemming
in het dorp sloeg echter al snel om toen de Franse stoet aangevallen werd door Duitse vliegtuigen en later die dag het eerste Nispense
slachtoffer viel.
Op eerste pinksterdag 12 mei werd de situatie in en rond het dorp steeds gevaarlijker. De vliegtuigen die in groten getale overkwamen, hadden
de noodbrug over de Molenbeek en twee boerderijen op Borteldonk in vlammen doen opgaan. Dit gebied was een doelwit vanwege de
versterkingen die er door het Nederlandse leger waren aangebracht en de soldaten die bij boerderijen waren ingekwartierd.
Op maandag 13 mei voerden de Duitsers in de loop van de dag luchtaanvallen uit op tientallen locomotieven die van Roosendaal naar
Essen werden verplaatst over de spoorlijn. Latere bombardementen troffen ook Nispen. Zo werd onder meer het pand waar nu Dorpsstraat 51
is, vernield (zie foto).
Een dag later zagen de dorpelingen hoe de eerste Duitse stoottroepen Nispen introkken. Diezelfde dag, na het laffe bombardement op
Rotterdam, besloot het Nederlandse leger tot capitulatie. De meidagen kostten drie Nispenaren het leven.
Om verder te lezen
■ H. Baselier, De oorlogsslachtoffers van Nispen 1940-1945, in: Jaarboek 1995 Heemkundekring de Heerlijckheijd Nispen, jrg. 3, 1995
■ H. Baselier, Nispen en de meidagen van 1940, in: Jaarboek 1995 Heemkundekring de Heerlijckheijd Nispen, jrg. 3, 1995
■ M.C.J. Broos, Het dagelijks leven ontregeld, 1940-1944, Zundert, Uitgeverij & Drukkerij Vorsselmans b.v., 2006
■ M. Verbraak-van Eekelen, Mijn jeugd, de oorlog, in: Jaarboek 1995 Heemkundekring de Heerlijckheijd Nispen, jrg. 3, 1995
■ P.C.M. van Wesel, De oorlogsjaren op Borteldonk, 1940-1945, in: Jaarboek 2011 Heemkundekring de Heerlijckheijd Nispen, jrg. 19, 2011
■ P.C.M. van Wesel, Een Avro-Lancaster op Heikant en Eerenburg, in: Jaarboek 2009 Heemkundekring de Heerlijckheijd Nispen, jrg. 17, 2009
■ P.C.M. van Wesel, Oorlogsherinneringen van een vijfjarige jongen, in: Jaarboek 2016 Heemkundekring de Heerlijckheijd Nispen, jrg. 24, 2016
Eerste helft twintigste
eeuw
1900 - 1950
1940