Oudste schriftelijke vermelding van Nispen
Arnulf de Brabander leefde rond 1100. Hij was verwant aan de familie Berthout uit Grimbergen en stamde uit een invloedrijk geslacht in onze
streek. Deze Arnulf had een allodium (vrijgoed) in Nispen geschonken aan de abdij van Tongerlo in België. Zijn zoon Arnulf II schonk tweederde
van de tienden binnen de parochiegrenzen van Nispen en Zundert (het huidige Klein-Zundert) alsmede het patronaatsrecht van beide
parochiekerken aan de abdij. Deze schenkingen werden door Hendrik van Leyen, bisschop van Luik, in een oorkonde uit 1157 bevestigd (zie
foto van de akte).
Daarmee verschijnt voor het eerst de naam ´Nispen´ in de geschreven geschiedenis, toen nog als ´Nisipa´. Tot de archeologische onderzoeken
vanaf 2007 was deze oorkonde nagenoeg het enige argument voor de hoge ouderdom van de parochie Nispen: immers als in 1157 het
patronaatsrecht weggeschonken werd, betekent dit dat er voordien al een parochie en pastoor aanwezig waren. De schenking aan Tongerlo had
tot gevolg dat de zielzorg en de daaraan verbonden rechten toekwamen aan de paters Nobertijnen van deze abdij. Tot 1822 zouden deze paters
de parochie Nispen bedienen.
Om verder te lezen
■ H. Klaassen, De oorkonde van Nispen, in: Jaarboek 2015 Heemkundekring de Heerlijckheijd Nispen, jrg. 23, 2015
■ K.A.H.W. Leenders, Nispen in het dal van de Roosendaalse beek, in: Jaarboek 2007 Heemkundekring de Heerlijckheijd Nispen, jrg. 15, 2007
Hoge en Late
Middeleeuwen
1000 - 1500
1157